Invoering Wet zorg en dwang kost jaarlijks 111 miljoen euro meer

OGb, Jeugdzorg, Verpleeghuiszorg, Wijkverpleging, Gehandicaptenzorg, Thuiszorg

Geplaatst op: 15 april 2021

De invoering van de Wet zorg en dwang (Wzd) kost jaarlijks 111 miljoen euro meer dan begroot. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Wzd is per 1 januari 2020 in werking getreden en heeft, samen met de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Bopz) vervangen. Het doel van de Wzd is om cliënten met een psychogeriatrische aandoening – zoals dementie – of een verstandelijke beperking meer regie te geven en om waar mogelijk te voorkomen dat onvrijwillige zorg wordt ingezet.

In het onderzoek van de NZa zien we dat er een forse toename van personele kosten is als gevolg van de invoering van de Wet zorg en dwang. De wet kent een veelvoud aan functionarissen zoals zorgverantwoordelijken, Wzd-functionarissen, zorgverleners, behandelaren, ter zake kundig artsen en externe deskundigen. Daarnaast is er sprake van een te ver doorgevoerde bureaucratie. Hierdoor is onvoldoende maatwerk mogelijk aldus Verenso.

Aanleiding

Aanleiding voor het onderzoek waren signalen van zorgverzekeraars, zorgkantoren en zorgaanbieders dat de uitvoering van de Wzd per 1 januari 2020 meer kosten met zich meebrengt dan de oude Wet Bopz. Het ministerie van VWS heeft de NZa daarop gevraagd een kostenonderzoek uit te voeren naar de meerkosten van de invoering van de Wzd.

Voor BVKZ is een hekel punt dat binnen het kostenonderzoek geen aandacht is besteed aan de specifieke situatie in pgb-gefinancierde instellingen. Hier hebben we bij VWS aandacht voor gevraagd.

Lees meer:

Nieuwsbericht NZA

Hoe nuttig was dit bericht?

Gemiddelde resultaat / 5. Aantal stemmen:

Nog geen stemmen.

Jammer om te horen dat je het bericht niet nuttig vond.

Vertel ons wat we kunnen verbeteren.