Hervorming arbeidsmarkt: wat betekent dit voor u?
Zorgmedewerkers, Zorgaanbieders
Hervorming arbeidsmarkt
Minister Karien van Gennip presenteerde vorige week een pakket samenhangende maatregelen. Ze wil hiermee schijnzelfstandigheid terugdringen, meer zekerheid bieden aan mensen met een flexcontract en meer wendbaarheid voor zowel werkgevers als werknemers. De minister streeft er naar om deze voorstellen in het voorjaar van 2024 aan de Tweede Kamer aan te bieden.
Afschaffen van nulurencontracten en draaideurconstructies
Bij structureel werk is een (vast) contract het uitgangspunt. Medewerkers met een oproepcontract krijgen voortaan een vast basiscontract voor het aantal uur dat ze tenminste standaard worden ingeroosterd (m.u.v. scholieren en studenten met een bijbaan). De regels voor tijdelijke contracten worden strenger; na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven.
Aanpak schijnzelfstandigheid
De Belastingdienst gaat vaker handhaven op schijnzelfstandigheid. Daarnaast werkt de minister aan verduidelijking van de wet om te kunnen bepalen wanneer een werkgever een zelfstandige mag inhuren. Ook komt er een ‘rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst’ onder een bepaald uurtarief. Dit moet het makkelijker maken voor kwetsbare ZZP’ers om werknemersrechten op te eisen. Het tarief is nog niet bekend, waarschijnlijk ligt dit rond de €35.
Duidelijkheid over loondoorbetaling bij ziekte
Kleine werkgevers (t/m 100 werknemers) mogen na één jaar ziekte de zieke werknemer vervangen (na toestemming van het UWV en onder voorwaarden van voldoende re-integratie inspanningen). Loondoorbetaling en re-integratie inspanningen lopen door, maar bij herstel in het tweede ziektejaar heeft de werknemer geen recht meer op terugkeer, tenzij de vacature niet vervuld is.
Crisisregeling personeelsbehoud
Werkgevers die te maken krijgen met een crisis of calamiteit buiten het ondernemersrisico kunnen een beroep doen op de crisisregeling. Tot maximaal 6 maanden kunnen werknemers dan tijdelijk op een andere plek aan het werk binnen het bedrijf of minder werken met behoud van WW-rechten.
Meer zekerheid voor uitzendkrachten
Na 52 gewerkte weken heeft een uitzendkracht recht op een contract met meer zekerheid. De fase daarna wordt verkort van drie naar twee jaar en de uitzendkracht krijgt een vast contract.
Werkgevers mogen alleen uitzendkrachten inhuren via gecertificeerde bureaus.
WW-premie
Het vaste basiscontract gaat onder de lage WW-premie vallen. Ook beperkt de minister de kosten voor de WW-premie voor overwerk bij grote vaste contracten.
Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen
Zelfstandigen moeten verplicht een arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) afsluiten. Dit is een van de manieren om de verschillen in sociale zekerheid tussen werknemers en werkgevers te verkleinen.
Een uitgebreide toelichting leest u in de kamerbrief.
Bron: Rijksoverheid