Het beleid bestaat uit drie onderdelen:
Tijdens de digitale bijeenkomst neemt Laura Kral, van Zorgly, u mee door het systeem en legt zij uit hoe het voor uw zorgorganisatie van betekenis kan zijn.
Voor zorgorganisaties die jeugdzorg bieden, gezinshuizen en begeleid wonen instellingen.
Het is helaas niet meer morgelijk om u aan te melden voor deze kennisbijeenkomst. De digitale bijeenkomst wordt opgenomen. Zodra deze terug te kijken is via de BVKZ Academie brengen we u op de hoogte per ledennieuwsbrief.
]]>Verplicht op je kamer blijven, cameratoezicht, je smartphone niet mogen gebruiken, de buitendeur op slot, vastgepakt en vastgehouden worden ofcontrole van je urine. Het mag allemaal niet zomaar in de open jeugdhulp. Toch gebeurt het bij instellingen, waar kinderen en jongeren verblijven die jeugdhulp krijgen. In gezinshuizen, logeeropvang, zorgboerderijen en tijdens dagbesteding of dagbehandeling. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) vindt dat wetswijzigingen nodig zijn om af en toe beperking van vrijheid wel mogelijk te maken. Maar alleen als dat in het belang van de kinderen en de jongeren is.
In de open jeugdhulp is er nu vrijwel nooit een wettelijke basis voor maatregelen, die de vrijheid van kinderen of jongeren beperken, ook niet onder het mom van ‘huisregels’. Toch gebeurt het.
Maar behalve in noodsituaties is het wettelijk nu vrijwel nooit toegestaan. Na wetswijziging zouden er meer mogelijkheden kunnen komen. Die moeten wel in het belang van de kinderen en jongeren zijn.
Bekijk hier het rapport van de IGJ
Bron: IGJ
]]>Het onderhandelaarsakkoord, dat Jeugdzorg Nederland en de vakbonden FNV, CNV en FBZ op 11 april sloten, is met grote steun door de achterbannen van de werkgevers en werknemers overgenomen.
Bekijk hier het onderhandelaarsakkoord
Komende tijd werken CAO-partijen de akkoord-tekst uit in een definitieve CAO-tekst.
Bron: FBZ
]]>Wij zijn op benieuwd naar uw ervaringen met het contracteerbeleid. Zodat we onze belangenbehartiging beter kunnen invullen en u als lid van BVKZ goed kunnen ondersteunen.
U kunt uw ervaringen naar ons toesturen via [email protected]. We zijn nieuwsgierig naar uw knelpunten, binnen welke gemeente(n) dit speelt en of u al bezig bent met het zoeken naar oplossingen.
]]>
Extra aandacht vragen we voor het uitfaseren van de oude declaratie- en factuurberichten (303/304). Voor de uitfasering van deze berichten publiceert Team Informatiestandaarden in het najaar van 2021 een apart landelijk draaiboek.
Om op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen omtrent de releases kunt u zich aanmelden voor de nieuwsbrief van Informatiestandaarden. Stuur hiervoor een mail naar [email protected] met als onderwerp “Aanmelding nieuwsbrief”.
Team Informatiestandaarden staat klaar om uw vragen te beantwoorden en zo te helpen bij de implementatie van de wijzigingen. Stel uw vragen via [email protected].
publicatie definitieve specificaties
Bron: Zinl
]]>JN heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op de gegevens 2018 uit DigiMV, de financiële jaarverslag-gegevens die aanbieders elk jaar aanleveren en die te vinden zijn op jaarverslagenzorg.nl. Bij nadere bestudering blijkt dit al snel problematisch te zijn. De beschikbare financiële gegevens blijken niet geschikt om uitspraken over gemiddelde winstmarges te onderbouwen.
Daarvoor zijn drie hoofdoorzaken aan te wijzen
1. Loonkosten eigenaar/zorgverlener moeten uit de winst gehaald worden
In de categorie aanbieders met een omzet tot € 700.000 vinden we veel eenmanszaken en VOF’s. Bij deze rechtsvormen werken de eigenaren vrijwel altijd mee als zorgverlener. In tegenstelling tot bij stichtingen en BV’s, staan de loonkosten van de eigenaar/zorgverlener bij een eenmanszaak of VOF niet in de jaarrekening. Het inkomen van deze zorgverleners wordt betaald uit de winst. Om uitspraken te kunnen doen over winstmarges zouden deze loonkosten dus eerst uit de winst moeten worden gehaald. Dat is in het onderzoek van Jeugdzorg Nederland niet gebeurd, waardoor het genoemde winstpercentage van 35% niet reëel is.
2. Uitsluitend jeugdwetinkomsten?
Jeugdzorg Nederland baseert zich bij haar conclusies op de totaal gerapporteerde bedrijfsinkomsten. In dit bedrag zitten ook veel inkomsten verwerkt die niet uit de jeugdwet afkomstig zijn. De gerapporteerde totale bedrijfsopbrengsten zijn maar liefst 40% hoger dan de inkomsten uit de jeugdwet alleen. Dat kan bijvoorbeeld omdat een organisatie actief is op het snijvlak van onderwijs en jeugdhulp, en vanuit beide domeinen deels gefinancierd wordt. Of bijvoorbeeld wanneer een zorgboerderij met de rechtsvorm VOF zowel de inkomsten uit zorg, als de inkomsten uit agrarische activiteiten, rapporteert in één jaarverslag. Eventuele winst uit agrarische activiteiten, of grondverkoop, worden dan in de systematiek van het onderzoek van Jeugdzorg onterecht gezien als winst uit de jeugdwet. Deze financiële gegevens geven dan een volstrekt vertekend beeld over de gemiddelde winsten die kleine jeugdhulp aanbieders zouden maken.
3. Cijfers DigiMV niet altijd correct
Zorgaanbieders leveren zelf hun financiële en andere gegevens voor de jaarverantwoording zorg aan. Dat gaat niet altijd even goed. Soms ontbreken bepaalde gegevens, of delen organisaties zichzelf ten onrechte in bij de categorie voor vereenvoudigde verantwoording. Ook komen we cijfers tegen die niet kunnen kloppen, zoals een logeerhuis met een omzet van 68 miljoen (cijfers 2017). Daar moet haast een typefout gemaakt zijn bij het invoeren.
Wie nog dieper inzoomt op deze cijfers ontdekt nog meer onvolkomenheden (fouten en omissies). Dat maakt dat de kwaliteit van de beschikbare data onvoldoende is om analyses op los te laten en conclusies aan te verbinden over bijvoorbeeld winsten die aanbieders zouden maken.
BVKZ vindt dit problematisch omdat hierdoor onvolledige inzichten ontstaan over de financiële positie van zorgaanbieders. Op basis van deze onvolledige inzichten worden vervolgens verkeerde conclusies getrokken en uitspraken gedaan die kleinschalige zorgaanbieders ten onrechte in een kwaad daglicht plaatsten. De controle op, en inrichting van, het aanleveren van gegevens over jaarverantwoording moet dus volgens BVKZ slimmer en beter.
Conclusie
Onze voornaamste conclusie is dat de beschikbare gegevens uit de jaarverslagen zorg niet gebruikt kunnen worden voor het doen van uitspraken over gemiddelde winstpercentages van kleine aanbieders van jeugdhulp. De claim van Jeugdzorg Nederland dat kleine jeugdhulp aanbieders gemiddeld 35% winst zouden maken is derhalve ongegrond en misleidend.
Verder lezen
Journalisten van Follow the Money hebben zich ook gestort op het onderzoek van Jeugdzorg Nederland en hebben daarbij BVKZ bevraagd over onze bevindingen. Gisteren heeft follow the Money hun onderzoek en bevindingen gepubliceerd:
Jeugdzorg Nederland heeft op haar website erkend dat de uitspraken t.a.v. winsten van kleinschalige organisaties prematuur en onvoldoende onderbouwd zijn. JN schrijft:
“Na de publicatie van ons onderzoek hebben we er met verschillende partijen over gesproken. In gesprekken met (vertegenwoordigers van) kleine aanbieders werden we er al op gewezen dat de vergoeding voor arbeid van de eigenaar/ondernemer soms in het resultaat kan zitten, waardoor deze ‘winst’ onvergelijkbaar is met bijvoorbeeld de winst van bv’s en stichtingen. Vanaf dat moment hebben we in onze contacten deze nuance aangebracht”
Het moge duidelijk zijn dat Jeugdzorg Nederland hier verwijst naar gesprekken die wij met hen gevoerd hebben. De volledige reactie van Jeugdzorg Nederland is hier te lezen.
]]>