De Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) legt de rechten en plichten vast van cliënten en hulpverleners rondom een behandelingsovereenkomst. Het doel van de WGBO is de positie van de cliënt ten opzichte van zijn hulpverlener te versterken. Dit is van belang omdat de cliënt in zekere mate afhankelijk is van de hulpverlener.
In de WGBO wordt de relatie tussen hulpverlener en cliënt geregeld. Wanneer een hulpverlener een cliënt onderzoekt of behandelt, is sprake van een geneeskundige behandelingsovereenkomst. De hulpverlener is de persoon die in de uitoefening van een geneeskundig beroep handelingen verricht op het gebied van de geneeskunst. De hulpverlener is bijvoorbeeld een arts, een fysiotherapeut of een psychiater. Volgens de WGBO kan deze hulpverlener ook een zorgmedewerker zijn.
De WGBO is in beginsel alleen van toepassing op handelingen die liggen op het terrein van de geneeskunst. Dit zijn alle verrichtingen die rechtstreeks betrekking hebben op genezing van ziekte, de beoordeling van iemands gezondheidstoestand of de preventie van ziekte. De WGBO geldt ook voor alle zorg die daarmee samenhangt: verpleging, verzorging en nazorg. Let op: dit geldt dus ook voor zorg vanuit de thuiszorg en zorg in een verpleeghuis. De hulpverlener is of een zelfstandig gevestigd beroepsbeoefenaar (verpleegkundige) of de instelling waar de verpleegkundige in dienst is.
De WGBO is van dwingend recht, dat wil zeggen dat hulpverleners en patiënten onderling geen afspraken kunnen maken die in strijd zijn met de WGBO. Hulpverleners zullen dan ook moeten voldoen aan onderstaande rechten van de cliënt.
De WGBO is onderdeel van het overeenkomstenrecht. Dit betekent dat zowel de cliënt als de hulpverlener de gemaakte afspraken moet nakomen.
Extra informatie
Categorie:
Categorie:
Agenda
Houd mij op de hoogte
van het laatste zorgnieuws
Om toegang te verkrijgen tot Mijn BVKZ en het volledige Kennisplein dient u lid te zijn van onze branchevereniging. Bent u geen lid? Klik dan op de gele knop ‘Lid worden’.
Inloggen