Uitspraak Hoge Raad ondernemerschap ZZP’er
Of een werkende zich gedraagt als ondernemer is van belang bij de vraag of er sprake is van schijnzelfstandigheid. Dat blijkt uit de beantwoording van de voorafgaande vragen door de Hoge Raad over Uber taxivervoer. ZZP-clubs zijn weer optimistisch geworden over de toekomst van ZZP’n in de zorg.
Schijnzelfstandigheid in de zorg
Bij de vraag of iemand schijnzelfstandig is, wordt gekeken of een overeenkomst wel of geen arbeidsovereenkomst is. Juist in de zorg is dit een belangrijke vraag omdat door integratie in de organisatie het eigenlijk zo goed als onmogelijk is om als ZZP’er te werken in de zorg.
Nu zegt de Hoge Raad: ‘Hetzelfde werk, verricht voor dezelfde opdrachtgever kan voor een werkende met ‘ondernemerschap’ geen arbeidsovereenkomst zijn en voor een werkende zonder ‘ondernemerschap’ wel.’
Nieuwe ZZP-wet
De antwoorden van de Hoge Raad zijn ook van invloed op het wetsvoorstel voor de nieuwe ZZP-wet, de wet VBAR. Deze wet is bedoeld om meer duidelijkheid te verschaffen over wanneer iemand als werknemer of als zelfstandige wordt beschouwd.
Infographics
De rijksoverheid heeft nieuwe infographics beschikbaar gesteld over het inhuren van ZZP’ers en over het werken als ZZP’er binnen de zorg en welzijn.