Verpleegkundige hulp wordt steeds meer thuis geboden, wat aan sluit bij de ontwikkeling van langer thuis wonen van ouderen. Of het sneller revalideren in de thuisomgeving na een ongeval. De zorg kan van korte of langere duur zijn. De wijkverpleegkundige bespreekt met de cliënt welke zorg nodig is. Vervolgens wordt voor die zorg een indicatie afgegeven door de wijkverpleegkundige. In de meeste gevallen kan de zorg vergoed worden uit het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
De wijkverpleegkundige kan een indicatie stellen ten behoeve van verpleging en verzorging thuis (wijkverpleging). Voorwaarde is dat er sprake is van ‘een behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Samen met de huisartsenzorg is de ‘verpleging in de wijk’ erop gericht mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen, ondanks ouderdom, ziekte of beperking.
Normenkader
Het normenkader beschrijft aan welke eisen verpleegkundigen moeten voldoen wanneer zij extramurale verpleging en verzorging indiceren en organiseren. Het normenkader verschaft cliënten en overheid duidelijkheid en is richtinggevend voor professionals, zorgaanbieders en zorgverzekeraars. In het normenkader zijn zes normen voor het uitvoeren van de verpleegkundige indicatiestelling en de organisatie van de te leveren zorg uitgewerkt.
Wat betekent het normenkader voor de zorgaanbieder?
Het indiceren mag alleen plaatsvinden door wijkverpleegkundigen die in dienst zijn of ingehuurd worden door een zorgorganisatie die hiervoor een contract heeft met de zorgverzekeraar(s). Bij een pgb-cliënt mag een ZZP’er wijkverpleegkundige niet zelf indiceren. Dit moet dan plaatsvinden door een gecontracteerde zorgaanbieder.