Algemene Wet bestuursrecht (Awb)

Laatste update: 9 januari 2023

Het Nederlandse bestuursrecht is vanuit de historie versnipperd, divers en bureaucratisch. Daarom heeft de Nederlandse overheid in 1983 besloten dat een Algemene Wet Bestuursrecht moest worden opgesteld. Deze wet beschrijft kaders die alle overheden moeten hanteren bij het besturen. Uitgangspunt van deze wet is dat de bestuursorganen van Nederland, zoals gemeenten, meer uniform algemene bestuurskaders hanteren.

Andere overheidsinstanties, zoals het Centrum Indicatiestelling Zorg, vallen onder de Awb. Voordat een cliënt bepaalde zorg, hulp of ondersteuning (vanuit WMO 2015, Jeugdwet of Wlz) kan ontvangen, is er een indicatiebesluit nodig vanuit de gemeente of CIZ. Wanneer de gemeente of CIZ een beslissing heeft genomen met betrekking tot het wel/niet verstrekken van een indicatie, zijn er wettelijke mogelijkheden om tegen die beslissing in te gaan.

Doorgaans is dit alleen de aanvrager (de cliënt) van de indicatie (het besluit) zelf. Een derde, zoals een zorginstelling, is meestal geen belanghebbende. Maar uit een uitspraak, op 5 maart 2019, van de rechter wordt aangenomen dat ook een zorginstelling belanghebbende is. Hiermee wordt de ontwikkeling die gaande is in het sociaal domein/zorg voortgezet, waarbij (ook) zorginstellingen mee mogen procederen tegen die afzonderlijke besluiten wanneer die besluiten voor hun negatieve gevolgen hebben.

Sinds de decentralisaties van 2015 heeft de overheid veel veranderingen doorgemaakt in het regelen, uitvoeren en controleren op indicaties voor WMO en Jeugdwet. Het besluitvormingsproces in het sociaal domein kent vijf stappen. Deze vijf stappen kunnen worden aangeduid met de termen: melding, verslag, aanvraag, besluit en uitvoering.

Cliënten met specifieke zorgvragen en/of achtergrond, kunnen hun aanvraag indienen bij het Centrum Indicatiestelling Zorg. Het CIZ is ook een bestuursorgaan onder de Awb. De criteria voor cliënten die aanspraak willen maken op de CIZ zorg, worden hier weergegeven.

Indicaties worden afgegeven en gekoppeld aan de cliënt. De gemeente of het CIZ maken bekend aan de cliënt wat hun beslissing is ten aanzien van hun verzoek voor zorg. Deze bekendmaking zal altijd schriftelijk plaatsvinden op naam van de cliënt. Toezeggingen via mail zijn niet bindend en worden aangemerkt als advies.

Wanneer een cliënt bezwaar heeft tegen het afgegeven (schriftelijke) indicatiebesluit, kan bezwaar worden gemaakt. Voordat de cliënt naar de rechter kan, is men verplicht eerst bezwaar te maken bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen (art. 1:5 Awb, art. 3:28 Awb).

Wanneer iemand het niet eens is met een beslissing op het eerste bezwaarschrift, heeft het bezwaar niet tot het gewenste resultaat geleid. In dit geval kan de cliënt een beroep indienen bij de rechter. Bij de beslissing van het bestuursorgaan op het bezwaar moet vermeld staan of iemand in beroep kan gaan, waar dit kan en binnen welke termijn.

Indien iemand het niet eens is met de beslissing over de aanvraag voor een persoonsgebonden budget voor de Wlz, Jeugdwet of WMO 2015 kan daartegen bezwaar gemaakt worden. Dit kan binnen 6 weken nadat iemand de beslissing heeft ontvangen. Dit geldt niet voor de beslissing over de pgb aanvraag voor de Zorgverzekeringswet.

 

ALLEEN VOOR BVKZ LEDEN



Uitroepteken BVKZ Kennisplein, Academie en Shop
Alleen BVKZ leden hebben toegang tot onze kennisdocumentatie, e-learnings en digitale kennisbijeenkomsten. Wilt u ook toegang? Word dan lid van BVKZ.