Circustheater Stoffel
Circustheater Stoffel: ‘Een handgranaattalent is superfijn voor een acrobaat’.
Werken aan een probleem? Daar kom je niet voor naar Circustheater Stoffel. Je komt om jezelf, je talenten en grenzen te leren kennen. Stefke de Wit en Saskia Barendse laten bijzondere kinderen ervaren dat succeservaringen het beste medicijn zijn voor hun problemen.
“Volgens mij heb jij een handgranaattalent en kun jij ineens ontploffen. Dat is superfijn, want als acrobaat heb je zo’n explosie nodig om bijvoorbeeld op een hoge bal te springen.”
Het had zomaar een passage kunnen zijn uit een gesprek tussen circusdirecteur Stefke en een artiest die werkt aan zijn agressieregulatie. Bij Circustheater Stoffel kijken ze niet naar de problemen, maar naar de kwaliteiten. “Iedere kwaliteit heeft een zwakte, zoals iedere zwakte een kwaliteit heeft. Veel jongleurs hebben bijvoorbeeld een vorm van autisme, daardoor kunnen ze patronen herkennen en eindeloos herhalen.” Ze spreken binnen Stoffel niet over cliënten, over directeuren zorg of beperkingen. Nee, iedereen die zich aanmeldt is een artiest. “Een intake heet een inschrijving tot artiest.”
Bijzondere doelgroep
Twintig jaar geleden richtte Stefke het circustheater op, met het idee om ieder kind succeservaringen te laten opdoen. “Ik heb van huis uit de passie voor bijzondere doelgroepen meegekregen. Mijn vader was docent in het speciaal onderwijs, mijn moeder welzijnswerker.” Zijn ouders noemden hem altijd Stoffel, maar de naam is vooral geïnspireerd op de schildpad uit De Fabeltjeskrant. “Circustheater Stoffel staat voor de beschutte plek (het schild) waaronder je in je eigen tempo aan succeservaringen werkt.”
Stefke is een circusdirecteur zoals je die verwacht: enthousiast en vrolijk. Achter de schermen houdt directeur backstage Saskia de organisatie op orde. “Het werkt voor kinderen goed om te horen dat ze hun kracht op bepaalde momenten in kunnen zetten, maar soms ook beter kunnen parkeren. Daarmee erken je hen”, vertelt zij.
De hoofddoelgroep van Stoffel zijn kinderen met psychische en psychosociale uitdagingen die vastlopen in hun dagelijks leven. Zij leren zichzelf spelenderwijs kennen, ontdekken waar ze goed in zijn, welke behoeften ze hebben en waar hun grenzen liggen. “Vaak ligt het gebrek aan zelfkennis ten grondslag aan de problematiek. Ze hebben nooit de kans gekregen zichzelf echt te leren kennen. Het ging altijd over hun problemen.”
Stefke begon als eenpitter met het combineren van zijn opleidingen social work en circusleraar. “Mensen die weinig succeservaringen hebben opgedaan, zijn vaak geneigd om hun successen te ontkennen. Maar als je een nieuw trucje leert, dan valt dat niet te ontkennen. Je kunt nu namelijk iets wat je daarnet nog niet kon. Het is daarnaast geen competitie. Je kunt niet verliezen in het circustheater.” Stoffel begon als projectbureau met uiteenlopende opdrachten: van het opzetten van een wijkcircus in een achterstandsbuurt tot acrobatiekles geven binnen het speciaal onderwijs.
Logeren in De Piste
Sinds 2015 is Stoffel ook zorgaanbieder in Regio Centraal Gelderland. Kinderen komen eens in de week naar de zogenoemde circusclub toe en kunnen één weekend per maand blijven logeren. “We noemen het logeerhuis De Piste. Ze leren daar niet alleen trucjes, maar van alles wat in je dagelijks leven van pas komt. Dat vertalen we allemaal naar het rondreizende circustheater. Dan moet je bijvoorbeeld ook vuur kunnen maken om op te koken, je eten bereiden, voor jezelf, voor de ander en je omgeving zorgen. Je maakt dus ook schoon en laat je omgeving netjes achter”, legt Saskia uit.
Inmiddels heeft Stoffel acht vaste medewerkers, een flinke pool met freelancers én een eigen logeerlocatie, maar: “Het circus zijn wij samen, een gebouw is maar een gebouw.” Als zorgaanbieder biedt Stoffel ook ambulante begeleiding. Ze werken samen met kinderen op bijvoorbeeld hun school aan thema’s als agressieregulatie, het aangeven van grenzen en de interactie met anderen. “Die voelen: ‘Oh, dit vind ik spannend. Hoe geef ik dat aan, zodat het voor die ander ook op een helpende manier duidelijk wordt?'” Daarnaast gaan ze in gezinnen aan de slag. “Bijvoorbeeld met Circus Grenz. Dan maken we met het gezin in de woonkamer een circusvoorstelling, waarbij we ook werken aan thema’s als het herkennen en respecteren van elkaars grenzen.”
Niet helpen, maar begeleiden
De grootste uitdaging is om personeel te werven dat bij het circustheater past. Stefke: “Mensen die in de zorg werken, zijn soms te voorzichtig. Ze houden iemand overeind, al voordat diegene valt. Het gevolg is dat je iemand ervan weerhoudt om zijn eigen balans te vinden. De artiest denkt: de hulpverlener heeft geen vertrouwen in mij en ik dus ook niet in mezelf. Je moet niet willen helpen, maar begeleiden.” Het is belangrijk om de artiesten te laten ontdekken hoe ze elkaar kunnen helpen. “Als iemand aan het balanceren is, hoe kan je de ander dan op een succesvolle manier ondersteunen?”
De brandstof waarop Saskia en Stefke draaien zijn de ontwikkelingen die ze zien binnen het circustheater. Stefke: “Een kind dat door een traumatische ervaring niet meer sprak, maar bij ons ging fluisteren en uiteindelijk weer begon te praten. Of iemand met een glazen bottenziekte, die heel snel iets brak. Ik gooide met volle kracht allerlei jongleerdoekjes naar die artiest toe. Zo’n benadering zijn zij helemaal niet gewend. Ze horen altijd alleen maar: ‘Pas nou op.’”
Circustheater Stoffel opent ook de ogen van de ouders. “Vorige zomer wilde een moeder niet naar de afsluitende presentatie komen. Uiteindelijk was ze er toch en bleef ze maar huilen van trots, omdat ze zag hoe goed haar kind het deed. Ze zien hun kinderen op een manier die ze niet gewend zijn.”
Iedereen is welkom. “Mensen kunnen meer dan ze denken en wij maken dat in het circustheater voelbaar. Dat zelfvertrouwen nemen ze mee naar school of naar huis.”